De wurgslang en de muis
Het leenstelsel voor de studenten is er nu echt door. De zoveelste bezuinigingen hebben Nederland in haar greep als een wurgslang die een muisje te pakken heeft. En daar kunnen we wat van leren.
Wanneer een wurgslang een muis te pakken heeft, wikkelt hij zich eromheen en neemt hij zijn tijd. Elke keer als de muis een beetje uitademt, verstrakt hij zijn grip. Door die verstrakking kan de muis dat beetje uitgeademde lucht nooit meer inademen. Maar zijn ademreflex laat hem toch weer uitademen, op zoek naar extra zuurstof, waarop de slang zich wat verder aanspant. Het is een hopeloze zaak.
De Nederlandse studenten zijn als dat muisje, en enkele decennia geleden werden ze gegrepen door een slang. Bij de eerste uitademingen gingen de voltijds OV en het ‘eeuwig’ studeren eruit. De slang draaide zich nog wat vaster, en om meer ruimte te krijgen moest er meer uit. Langstudeerboetes, zucht, beperkt OV, zucht en uiteindelijk de komst van het leenstelsel, zuuuuuucht. De muis is bijna dood, er zit weinig adem meer in.
Dit verschijnsel zien we op meer plekken, en hoewel je die studenten, maar ook de zorg en andere beknelde entiteiten als aparte muisjes kunt zien, komt het er uiteindelijk natuurlijk op neer dat Nederland als geheel ook maar gewoon een beest in de greep van een wurgslang is. Vooruit, geen muis met een maïsslang maar een geit met een Boa constrictor dan.
We vinden het vreselijk dat de muisjes uitgeknepen worden, terwijl de politiek volhoudt dat het allemaal nodig is. Maar wat we ons echter bijna nooit afvragen is wie of wat die slang nu eigenlijk is. Wat zorgt er nu voor die aanhoudende wurggreep die ons muisjes dwingt om op zoek te gaan naar de laatste restjes verse lucht?
De slang is tweeledig; het is het woekerende woud aan wetten dat alles in dit land steeds duurder aan het maken is, omdat er steeds meer geld nodig is voor regels, controles en overheid. Maar het is ook het systeem van obscene beloningen voor iedereen die zich heeft overgegeven aan het Egoïsme.
Met andere woorden; de inkomsten gaan voor een steeds groter wordend deel naar een steeds kleiner groepje, terwijl steeds meer van die inkomsten uitgegeven wordt aan zaken die een steeds kleinere meerwaarde hebben. De wurgslang is het kapitalisme op zijn slechtst; een lamgeslagen politiek die het met haar maatregelen in de marge zoekt, daarmee de kosten omhoog jagend. Alleen komt de bekostiging daarvan niet van de slang, gevormd door de rijke elite en de belastingvoordeel trekkende multinationals, maar van kaler wordende kippen in het land – de middenklasse, de zelfstandigen.
We accepteren dit om de een of andere reden. Het lot en de kansen van een groot deel van de Nederlanders liggen in een of meer van die muisjes. Toch laten we het gebeuren. Steeds een zuchtje lucht eruit om maar weer even te kunnen bewegen. Maar het instinctieve doel van de slang is om de muis uiteindelijk te laten stikken, en hoe langer dit duurt, hoe kleiner de kans wordt dat de muis nog los komt. Al het geld dat we nu besparen gaat een bodemloze put in; het biedt ons alleen een beetje respijt tot de spieren van de slang weer zijn bijgetrokken. Tot de bonussen in de bankenwereld weer op volle sterkte zijn, ten koste van de studenten, zieken en andere financieel zwakke groepen.
Het kan ook anders. In plaats van de symptoombestrijding die Nederland de laatste jaren karakteriseert, kunnen we ook een oorzaak aanpakken. Of investeren, écht investeren. Niet bezuinigen, een vage belofte doen over beter onderwijs, en dan de volgende regeerperiode wel weer zien wat ervan komt – en dan oeps! Moet er ineens weer een bank gered worden.
Met andere woorden: laten we, in plaats van de slang zijn zin te geven door steeds verder uit te ademen, nu eens van ons af gaan bijten en te proberen dat roofdier van ons af te schudden.